Eigenlijk wilde ik dolgraag naar De Kunstacademie.

Maar ik was heel verlegen, kwam uit een dorp, en die mensen op de Groningse kunstacademie leken me behoorlijk enge types.
Stadse, échte kunstenaars, en vast heel assertief.

Dus nee, ik ging niet. Ik koos voor de PABO, mijn vader zat in het onderwijs, dat kende ik.
Ik was niet voor leerkracht in de wieg gelegd, maar ik leerde, maakte de opleiding af,
en toen
bleek er helemaal geen werk te zijn.

Tja, wat nu? Tóch de kunstacademie?
Er was een deeltijd-kunstacademie in het dorpse Leeuwarden, waar ik op kamers woonde.

Hij was minder goed dan die in Groningen, maar juist daardoor ’te doen’, leek me.
Hoefde ik ook nog eens niet te verhuizen.

Dit durfde ik aan, en inderdaad, het was te doen. Niemand nam de opleiding erg serieus, er werd luchtig wat aangeklooid, zowel door docenten als studenten.
En toen werd de opleiding opgeheven. O dear.

Ik zette, net als deze ooievaar voor het Troostfilosofie-boek, mijn valhelm op.
Veiligheidstuig om en hup…

daar ging ik dan eindelijk de diepte in.

En toen bleek dat ik, best heel aardig, en steeds beter, kon vliegen.


17 reacties. Reactie plaatsen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.
Accepteer de voorwaarden om door te gaan